• Nieuws
  • Wat als Saartje telkens als laatste wordt gekozen in de turnles

Wat als Saartje telkens als laatste wordt gekozen in de turnles

Open brief van achttien pest-experts van de verschillende Vlaamse universiteiten: aanpak pesten is kwestie van willen, kennen, kunnen én doen:

Saartje heeft er al lang spijt van. De jongste maanden werd ze aanhoudend gepest, buitengesloten, uitgelachen door een kliekje rond Esme. In de turnles wordt ze elke keer als laatste gekozen. In de refter zit ze vaak alleen. Via Instagram werden er foto's van haar verspreid terwijl ze zich aan het omkleden was.  

Moegetergd deed ze na lang aarzelen haar verhaal. Haar moeder schrok zich een ongeluk en nam de volgende dag contact met de school. Esme werd meteen op het matje geroepen. Er volgde nog diezelfde dag een kringgesprek in de klas. Saartje dacht dat ze door de grond zou zinken. Nu was zij de grote klikspaan. 

Scholen die het bij een ad hoc-beleid houden, trappen onbedoeld in vele valkuilen. Pesterijen aanpakken is makkelijker gezegd dan gedaan...

Naar aanleiding van de Vlaamse Week tegen Pesten maakte de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) zijn advies over de preventie en aanpak van pesten bekend. Dat advies kwam er op aandringen van de Vlaamse Scholierenkoepel.  Die vindt dat het dringend tijd is om iets aan het probleem te doén.   

Het advies van de VLOR inzake de preventie en aanpak van pesten zet een belangrijke stap. De onderwijspartners erkennen samen dat er wat schort aan de Vlaamse aanpak van (cyber)pesterijen tussen kinderen en jongeren. De VLOR dringt aan op een geïntegreerd, structureel en multidisciplinair onderbouwd beleid en richt zich hiervoor tot de ministers van Onderwijs, Welzijn, Jeugd en Media. Alle partners engageren zich tot samenwerking en het opnemen van hun verantwoordelijkheid.  

De opstellers van het VLOR-advies kiezen voor de rol van vuurtoren: ze brengen belangrijke pijnpunten onder de aandacht en suggereren welke richting Vlaanderen uit moet  om het (cyber) pestprobleem tussen kinderen en jongeren beter aan te pakken. De overheid moet stimuleren en faciliteren. De VLOR wil in het hele proces een katalysatorrol vervullen door een permanent intern overlegplatform te organiseren.   

Het advies is van oordeel dat de geldende decretale en structurele contouren volstaan om de verhoopte  doelstelling te realiseren. Minder duidelijk is welke nieuwe impulsen helpen garanderen dat alle Vlaamse scholen hun taak inzake pestpreventie, - detectie en -aanpak in de toekomst sterker zullen opnemen. Volstaat een krachtige intentie- of engagementsverklaring om het verschil te maken?     

Gezien de aard, de omvang en het risico op negatieve gevolgen van (cyber)pesterijen dringen we  aan op meer assertieve keuzes: de oprichting van een Vlaams Kenniscentrum (Cyber)pesten en een explicieter verwachtingskader ten aanzien van scholen.

Veel Vlaamse scholen houden het bij vluchtige sensibiliseringsacties en hanteren ad hoc-oplossingen als het fout loopt. Van structureel anti-pestbeleid is meestal geen sprake

Kenniscentrum (Cyber)Pesten 

Veel Vlaamse scholen houden het bij vluchtige sensibiliseringsacties en hanteren ad hoc-oplossingen als het fout loopt. Van een structureel anti-pestbeleid is meestal geen sprake. Eén van de voornaamste redenen hiervoor is het ontbreken van knowhow. Vlaamse scholen willen het pesten wel aanpakken, maar weten niet hoe en ervaren een gebrek aan professionele ondersteuning. Zij kijken uit naar een betaalbaar, werkbaar en wetenschappelijk onderbouwd aanbod van trainingen, instrumenten en materialen op het vlak van preventie, detectie, curatie en disciplinering.   

Een gespecialiseerd kenniscentrum laat toe om de kennislacunes diepgaand en duurzaam aan te pakken. Alleen zo kan de Vlaamse aanpak op macro-, meso- en microniveau naar een hoger niveau worden getild en wordt een duurzame verankering van het thema in het beleid mogelijk gemaakt.  Voorbeelden uit het buitenland (Nederland, Zweden, Ierland, VS, ...)  tonen aan dat een onafhankelijk multidisciplinair kenniscentrum aan de anti-pestaanpak een gezicht kan geven. Scholen (en andere actoren) weten dan dat er een plaats is waar alle beschikbare knowhow wordt gebundeld, en waar ze met hun vragen terecht kunnen.   

Het onderwijsveld reageert erg terughoudend op suggesties om het verwachtingskader met betrekking tot het anti-pestbeleid van scholen te expliciteren. Het uitdrukken van minimale vereisten waaraan een schoolaanpak moet voldoen, zou echter geen taboe mogen zijn. Landen als Zweden, Nederland, Engeland, Finland, ... maken veel duidelijker wat ze van elke school verwachten. Het kenniscentrum kan scholen voorzien van een adaptief, richtinggevend verwachtingskader waarop zij hun actieplan en alle daaraan gekoppelde initiatieven kunnen afstemmen.   

De oprichting van een kenniscentrum reikt veel verder dan wat het VLOR-advies voorstelt en kan een mijlpaal zijn voor de aanpak van (cyber-)pesterijen tussen kinderen en jongeren. Investeren in dit kenniscentrum is eigenlijk kiezen voor een kostenbesparing. Vlaamse scholen steken nu immers energie, tijd en middelen in het zoeken of zelf ontwikkelen van anti-pestacties waarvan de (hopelijk positieve) impact niet eens gekend is. Door te zorgen voor een betere uitwisseling van evidence-based programma's en "best practices ", die ook slagen in het reduceren van de prevalentie en de impact van pesten op het welbevinden van jongeren, scholen en gezinnen, kan Vlaanderen alleen maar winnen. Waarom nog langer wachten?!   

Of als het anders was gelopen; Saartje heeft geluk gehad. De jongste maanden werd ze aanhoudend gepest, buitengesloten, uitgelachen door een kliekje rond Esme. In de turnles wordt ze elke keer als laatste gekozen. In de refter zit ze vaak alleen. Via Instagram werden er foto's van haar verspreid terwijl ze zich aan het omkleden was.  

Moegetergd  deed ze na lang aarzelen haar verhaal. Haar moeder schrok zich een ongeluk en nam de volgende dag contact met de school. De school koos voor een behoedzame aanpak en lichtte die meteen ook toe. Leerkrachten werden verwittigd om toe te kijken op wat zich rond Saartje afspeelde.  

Zo leerden ze de situatie beter begrijpen en konden ze ingrijpen als wat fout liep.  Een incident in de refter zorgde voor een doorbraak. Esme en Dieter kwamen als pestkop in beeld. Nu kon er met hen worden verder gepraat. 

De ondertekenaars

Gie Deboutte (Universiteit Antwerpen, UC Leuven-Limburg, KU Leuven), Heidi Vandebosch (Universiteit Antwerpen),  Karolien Poels (Universiteit Antwerpen), Michel Walrave (Universiteit Antwerpen), Wouter Vandenhole (Universiteit Antwerpen), Peter Van Petegem (Universiteit Antwerpen), Lieven  Annemans (Universiteit Gent) , Ilse De Bourdeaudhuij (Universiteit Gent), Nicole Vettenburg (Universiteit Gent), Hilde Colpin (KU Leuven), Eva Lievens (KU Leuven, Universiteit Gent), Elfi Baillien (KU Leuven), Stefaan Pleysier (KU Leuven), Anne Groenen (UC Leuven-Limburg), Davy Nijs (UC Leuven-Limburg), Maurits Wysmans (UC Leuven-Limburg), Nadine Engels (VUB), Elke Van Hoof (VUB)

(Bron: De Morgen)

Terug